Reggefiber glasvezelaansluiting in huis
Bij de aanleg van een Fiber to the Home netwerk van Reggefiber worden alle woningen binnen het aan te sluiten gebied voorzien van een eigen glasvezelkabel. De glasvezelkabel bestaat uit twee aparte glasvezels. Om de glasvezelkabel in de woning af te monteren, wordt een afspraak gemaakt met de bewoner. Wanneer de bewoner geen toestemming geeft voor de huisaansluiting, dan blijft de kabel bij de gevel of op de erfgens liggen. Er steekt dan een oranje kabeltje uit de grond.
Glasvezel in uw woning
Om de glasvezel binnen de woning te krijgen, wordt onder straatniveau een gat in de gevel van de woning geboord. De glasvezel kabel wordt door het gat en (meestal) via de kruipruimte naar de meterkast gevoerd. Wanneer dit niet mogelijk is, dan wordt de glasvezel kabel elders naar binnen geleid. De doorvoer van de kabel door de gevel van de woning wordt waterdicht gemaakt om mogelijke lekkage te voorkomen.
Wanneer de kabel op de juiste plek binnen de woning is gebracht, dan kan deze worden afgemonteerd. Hiervoor wordt een Fiber Termination Unit (FTU) gebruikt. Dit is een kunststof kastje waarin de glasvezels in de oranje kabel worden aangesloten op connectoren. Meestal wordt dit kastje in de meterkast geplaatst. De FTU wordt opgehangen en de oranje glasvezelkabel wordt op lengte afgeknipt. Vervolgens worden de glasvezels uit de oranje isolatie gehaald. In de FTU zitten twee connectoren met een klein stukje glasvezel. De uiteinden van deze vezels moeten worden aangesloten op de glasvezels in de oranje kabel.
Glasvezel aansluiten
De glasvezels uit de FTU en de glasvezels uit de oranje kabal worden met behulp van een speciaal gereedschap haaks afgesneden. Vervolgens worden de vezels goed schoon en droog gemaakt. De vezels worden dan in een lasapparaat aan elkaar vast gesmolten. Dit is zeer nauwkeurig werk, omdat de vezels goed moeten worden uitgelijnd ten opzichte van elkaar.
Wanneer beide vezels zijn gelast, dan wordt de las –en hiermee de verbinding- getest. Voor het testen van de verbinding moet aan beide kanten van de glasvezelkabel een monteur aanwezig zijn. De monteur in de woning zet een laserstraal op de connector van de FTU en belt met zijn collega in de PoP (de wijkcentrale waar alle kabels bij elkaar komen). De monteur in de PoP meet de lichtsterke die uit de vezel komt. Hiermee kan de demping in de kabel worden bepaald. Wanneer de demping onder een bepaalde waarde blijft, dan wordt de verbinding goedgekeurd. Wanneer de demping te hoog is, dan moet de vezel opnieuw worden gelast.
Techniek van glasvezel
Het is ook mogelijk om de verbinding met een Optische Tijddomein Reflectometer (OTDR) te meten. Met dit apparaat wordt de demping van het lichtsignaal als functie van de afstand in een grafiek geplot. Hiermee kan over de gehele lengte van de glasvezelkabel worden gekeken waar de demping plaatsvindt. Omdat de afstand van de vezel tot aan de demping wordt getoond, kan eenvoudig worden bepaald waar een slechte verbinding (meestal een las) zit. Dit instrument wordt mede daarom ook ingezet om storingen in bestaande netwerken en glasvezels op te sporen.